In januari 2011 plaatste het Noord-Hollandse uitblad De Uitvreter onze eerste briefwisseling.
Hoi Emy,
Omdat ik weet dat jij zo verstandig bent, en ik niet, en dat je bovendien zo eerlijk over gevoelens kunt praten terwijl ik mijzelf zo vaak misleid, ga ik je iets vragen.
Er spookt een uitspraak van mijn huisgenoot, laten we hem Karel Hurkemans noemen, door mijn hoofd. Hij is al een tijdje aan het daten met een meisje van 24 dat psychologie studeert en de halve wereld heeft bereisd. Ze hebben het leuk samen. Toch heeft hij haar nog niet gevraagd of ze zijn vriendinnetje wil zijn. Ze is emotioneel wat te stabiel, hij valt, zo luidt de uitspraak, ‘op fatale vrouwen’.
Nu begrijp ik precies wat hij bedoelt met fatale vrouwen. Vrouwen die alles kwijt raken wat ze in hun handen hebben, vrouwen die mee kunnen lullen aan de borreltafel als een echte vent, vrouwen met zes banen en zeshonderd praatjes, vrouwen die midden in de nacht het plan kunnen opperen in de gracht een verloren fiets op te duiken, vrouwen die je kapot maken, die je met verraderlijk zachte ogen en een verraderlijke glimlach de grond in kunnen boren, zo, dat je je reddeloos verloren voelt en tegelijkertijd verliefder dan ooit.
De drang naar zo’n fatale vrouw ten opzichte van de burgerlijke wens je te gaansettelen voert in mijn vriendenkring de boventoon. Ik heb er zelf niet zo’n last van. Ik ben eerder een fatale man. Ik verleid vrouwen alleen omdat ik weet dat ze me leuk vinden, zet m’n charmes in om m’n gevoel van eigenwaarde, het gevoel dat ik besta door m’n aderen te voelen sidderen. En dan weer veilig terug naar huis. Want echt zijn, open zijn, waarom zou je dat doen?
Het is niet iets wat ik bewust doe, wie is er bewust een lul? Zoals Karel niet heel bewust op zoek is naar fatale vrouwen. Hoe zit dat Emy, fataal gedrag? Vertel het deze peinzende vrijgezel.
Beste Rolf,
Als een ware verleider prijs je eerst mijn verstand, alsof ik een beter antwoord kan geven op je vraag dan jijzelf, terwijl jij hier de fatale geliefde bent. De mannen die ik kwetste zitten nu veilig met een vaste vriendin op de bank. Aan mij is geen man kapotgegaan.
Nou is het in een wereld waarin elke dag postbodes worden ontslagen en zeehondjes worden doodgeknuppeld, prettig en humaan het leed rondom jezelf beperkt te houden. Maar de macht van de fatale geliefde, die begeer ik ook. Met iemand aan je voeten lijk je zelf ineens zo veel groter. Ik verleid, dus ik besta, zeg jij. Het verbaast me dan ook dat je het niet bewust doet en dat het onecht voor je voelt. Als het een spel voor je is doe je het toch bewust? En als het dat niet is, als het van nature komt, hoe kan het dan onecht zijn?
De man naar wie het masochisme is vernoemd schreef ooit dat je in de liefde hamer of aambeeld bent, meester of slaaf. Hij is misschien niet de meest objectieve bron voor liefdesadvies, maar punt blijft dat menigeen die in de liefde gelooft zich graag aan haar onderwerpt. Het is ook wat ons lichaam wil. Chemisch is verliefdheid als verslaving. Mix schoonheid met spanning, schotel het ons voor, trek het dan snel weer voor onze neus weg en we raken er hopeloos van in de ban. Het enige wat er fataal is aan een fatale geliefde is dat deze zich nooit laat vangen.
Daarom is zowel het zijn van als het zoeken naar een fatale geliefde ultiem romantisch: het is een verlangen dat bestaat bij de gratie niet vervuld te worden. Hoe hard de romanticus ook beweert dat hij zijn geliefde wil bezitten, wil temmen of wil redden, als hij haar heeft is de lol er wel af. Sommigen spreken dan van bindingsangst, misschien hebben zij daar gelijk in. Maar wie het meemaakt, fatale verliefdheid, kan niet meer redeneren. Die brandt, dus die bestaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten